De torenhoge verzuimboete van 40% voor naheffing privégebruik auto blijft gehandhaafd, zo oordeelde De Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
De inspecteur legde aan X naheffingsaanslagen loonheffingen 2011 en 2012 op in verband met een onjuiste rittenregistratie voor de door zijn werkgever ter beschikking gestelde auto, met verzuimboete van respectievelijk € 4.715 en € 2.847. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelde vast dat bij een onjuiste of onvolledige rittenregistratie op grond van artikel 13bis, lid 16, Wet LB in samenhang met artikel 67c AWR een verzuimboete van 100% kon worden opgelegd, met een maximum van € 4.920, en dat op grond van paragraaf 24, lid 5, BBBB dit maximum werd geheven als een onjuiste of onvolledige rittenadministratie werd overgelegd. De door de inspecteur opgelegde boeten kwamen overeen met 40% van de nageheven belasting. De Rechtbank vond aannemelijk dat de rittenregistratie over beide jaren onjuist was, zodat de boeten in overeenstemming met de wet en het beleid waren vastgesteld. De Rechtbank zag geen aanleiding om de boeten verder te matigen en verklaarde het beroep van X ongegrond.
Bron: Fiscaal up to Date